Wederom een casus die aangeeft, hoe dun het koord van integriteit kan zijn, waarop de diender soms balanceert. Wat hij/zij in een ‘split second’ in de hitte van de strijd moet beslissen om zijn hachje te redden, kan later in alle rust achter “de groene tafel” worden beoordeeld als buitenproportioneel geweld, waarvoor de diender gestraft moet worden.
Goed dat de rechtbank Midden-Nederland anders oordeelde, en dat onze collega werd vrijgesproken.
Een aantal politiemensen, waaronder de bewuste politie-agent, gingen in de nacht van 17 december 2022 naar een melding van een vechtpartij bij een café. De politie-agenten sommeerden enkele mannen om te vertrekken, maar die gaven geen gehoor aan dat bevel.
Eén van de vechtersbazen zou een agent hard tegen het achterhoofd hebben geslagen. Die agent verklaarde dat hij bang was nog een klap te krijgen en dan knock-out te gaan. Daarom sloeg hij richting zijn belager met de wapenstok. Het was zijn bedoeling om de man zijn bovenarmen te raken, maar doordat zijn zicht door de klap op zijn achterhoofd vertroebeld was, belandde de wapenstok op het hoofd van zijn belager.
Die deed aangifte van mishandeling en het Openbaar Ministerie eiste daarop een taakstraf van zestig uur voor de agent. De rechtbank vond echter dat de politieman geen ander, minder ingrijpend geweldsmiddel tot zijn beschikking had om zich te verdedigen. Volgens de rechtbank kon hij zich niet veroorloven om af te wachten of zijn eerste klap genoeg effect sorteerde. Het gedrag van de agent was volgens de rechtbank niet buitensporig en hij werd vrijgesproken.