Meteen naar de inhoud

Lef om proportioneel te straffen

LEF OM PROPORTIONEEL TE STRAFFEN. 24 december 2024

Nimmer is het concept van een artikel dat ik schreef, zo vaak in de la verdwenen als dat van dit artikel. De titel had ik al lang bedacht, maar evenals bij het schrijven van mijn column, getiteld “Het strafblad van de diender” (www.bezorgdedienders.nl/574-2/), vond ik het ook nu lastig, om bij dit thema woorden te vinden die recht doen aan het onderwerp. Ook nu was er weer de schroom om niet als beste stuurman aan de wal commentaar te leveren, en misschien geplaatst te worden in een hokje waar ik geen affiniteit mee heb.

De afgelopen week viel het Blauw Magazine NR-08 op de deurmat met ‘LEF’ als thema.
“De definitie van lef is een eigenschap dat je iets durft, moed. Het is één van onze vier kernwaarden. Ik kwam ergens tegen dat het woord lef uit het Hebreeuws stamt, en dat het ‘hart’, of ‘leven vanuit je hart’ betekent. Kunnen zijn wie je bent. Dat is waar het voor mij persoonlijk bij lef ook over gaat”.

Het zijn de eerste regels van het voorwoord van korpschef Janny Knol, in de laatste editie van het jaar, van het Blauw magazine. Deze mooie uitleg over het woord ‘lef’, inspireerde mij om dit artikel te schrijven en op onze site te plaatsen.

We bevinden ons in een tijd waarin de termen woke en grensoverschrijdend gedrag, regelmatig onderwerp van gesprek zijn. Gedrag dat nergens getolereerd kan en mag worden. In het bijzonder niet in een organisatie als de onze, waar iedere medewerker zich behaaglijk moet kunnen voelen. Gedrag, waarop de medewerker die dat gedrag vertoont, aangesproken moet worden, en dat indien nodig bestraft moet worden. Die laatste elementen intrigeren mij steeds meer, en waren voor mij reden om daar een column aan te wijden.

Wederom in het besef, dat alles gezegd mag worden maar niet altijd gezegd hoeft te worden, schrijf ik dit artikel, indachtig de woorden die bij mijn digitale handtekening staan: ‘Laat uw blik scherp zijn, maar uw woorden mild’.

Het is op een volledig ander terrein, maar ik wil hierna een voorbeeld noemen, hoe wij in Nederland kunnen doorslaan bij het nemen van maatregelen, maar ook ernstig tekort kunnen schieten in handelen, bij zaken die een hogere prioriteit hebben:

De komst van de wolf in Nederland, leidde tot verhitte discussies tussen voor- en tegenstanders. De één wil dat de wolvenpopulatie onbegrensd moet kunnen uitbreiden en dat de mens zich maar moet aanpassen. De ander vindt de wolf een gevaarlijk dier, dat niet in onze samenleving thuishoort. Moet je wolven dan zomaar afschieten? Daar lopen de meningen over uiteen.

Maar een onderzoeksteam politiemensen op de vondst van een dode wolf zetten, en een beloning van 15.000 Euro uitloven voor de tip die naar de dader leidt, terwijl er tienduizenden strafzaken onbehandeld “op de plank” liggen, en duizenden strafzaken geseponeerd worden, vanwege capaciteitsgebrek bij politie en justitie, lijkt mij wat overtrokken, en een prioriteitstelling waar je vraagtekens bij kunt hebben. Tot dusver zomaar even een voorbeeld.

AANSPREKEN OP GEDRAG.

Bij een politieteam op de ‘werkvloer’ is het meestal de operationeel expert(OE), die belast is met de operationele leiding. Die OE heeft de rang van inspecteur, en is tevens hulpofficier van justitie(hOvJ). In tegenstelling tot voorgaande organisatievormen bij de politie, zijn er nu door wijzigingen in structuur en opbouw van de organisatie, meer medewerkers die op relatief jonge leeftijd doorstromen naar de rang van inspecteur. Vanwege steeds nijpender capaciteitsproblemen, komen goede begeleiding en scholing nogal eens in de knel.

Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren, dat er tijdens een informeel samenzijn van een aantal collega’s waaronder een jonge OE, een voorval plaatsvond dat zich leende voor een pittig gesprek op dat moment. De OE koos er echter voor om dat gesprek niet te voeren. Hij ging op een later moment, toen iedereen weer aan het werk was, naar de kamer van de teamchef en vroeg hem, of die vond dat hij (de operationeel expert dus) er wat van moest zeggen. De teamchef pakte de zaak toen zelf maar op, en overwoog om de kwestie voor te leggen aan de afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK).

Een casus die niet op zichzelf staat, en die in een notendop weergeeft hoe het met sommige gezagsverhoudingen in de organisatie gesteld kan zijn. Van iemand aan wie de dagelijkse operationele leiding op de werkvloer is toevertrouwd, mag je het type leiderschap verwachten, dat in staat is om medewerkers aan te spreken wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag.

Genoemde casus is wellicht reden voor de organisatie om zich eens af te vragen, of het bevorderingsbeleid en scholing voor bepaalde functies, wel op de juiste wijze plaatsvindt. Natuurlijk leiderschap komt uit het hart en is eigenlijk lastig aan te leren, maar er zijn wel theoretische leerwegen en vooral ook begeleidingsvormen, die de toekomstig leidinggevenden handvatten geven, voordat zij aan die verantwoordelijke taak beginnen.

Heeft een teamchef of een leidinggevende op de werkvloer, nog wel het lef om wanneer een collega uit de bocht vliegt, hem bij zich te roepen en “een goed gesprek met hem te hebben?”. Niet om zaken te verdoezelen, zeker niet wanneer het uit de bocht vliegen zich in de strafrechtelijke sfeer bevindt, maar om de medewerker te corrigeren, met als doel om te bereiken dat die medewerker níet meer uit de bocht vliegt.

Lef, om vanuit natuurlijk leiderschap die verantwoordelijkheid te nemen, om indien mogelijk te voorkomen, dat een in beginsel kleine sneeuwbal, onnodig over het veld uitgerold wordt en een lawine veroorzaakt, waar de media op af komen, met alle gevolgen van dien. Wanneer de collega ook na een corrigerend en vastgelegd gesprek, uit de bocht blijft vliegen, dan kunnen er alsnog andere maatregelen getroffen worden.

Ik denk zomaar dat een dergelijke vorm van leiderschap ertoe kan leiden dat de VIK-afdelingen beduidend minder belast zullen worden, en de sfeer op de werkvloer wellicht minder gespannen wordt

STRAFFEN VOOR GEDRAG.

Bij een organisatie als de onze, die pretendeert maatwerk hoog in het vaandel te hebben,  kan men zich soms afvragen, of de opgelegde disciplinaire straf in verhouding staat tot het gepleegde feit, en de omstandigheden waaronder en/of waardoor het plaatsvond.
Is de straf wel proportioneel? Soms lijkt het alsof de enige disciplinaire straf die dan door de organisatie opgelegd kan worden, strafontslag is, zonder dat men zich voldoende realiseert welke impact de straf op (de toekomst van) de collega en vaak zijn gezin heeft.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat dergelijke besluiten soms genomen worden onder druk van de publieke opinie, en de bijzondere aandacht van de media. Het imago van de organisatie kan immers in het geding komen, en het belang van de medewerker die grensoverschrijdend gedrag zou hebben gepleegd, kan dan op de achtergrond raken. Onder druk van media en publieke opinie, lijkt het corrigerend vermogen vloeibaar te worden, en plaats te maken voor alleen nog maar snoeiharde repressieve maatregelen, wellicht om daarmee aan te tonen dat de organisatie aan het probleem werkt.

Een disciplinair onderzoek kan buitensporig lang duren. Dat kan afhangen van de gedraging die onderzocht wordt, en of er getuigen geraadpleegd moeten worden. Daarnaast is er niet altijd voldoende personeel beschikbaar om onderzoek te doen.

Maar een periode van negen maanden, tussen het moment van buitenfunctiestelling en het uitreiken van het voorgenomen besluit, en bijna anderhalf jaar tot het definitieve ontslagbesluit, voor grensoverschrijdend twittergedrag op een privé-account met een gering aantal volgers, terwijl gedurende die periode het zwaard van Damocles boven het hoofd van betrokkene hangt, lijkt mij een ongewenst lange periode.

In dat kader verwijs ik naar het interview in de Tubantia, met de toenmalige politiechef van Oost Nederland, Oscar Dros, met daarboven de veelzeggende kop ‘Politiechef wil af van kil en zakelijk onderzoek rond integriteit van zijn collega’s’ : “Heeft enorme impact”. Tevens stelt hij in datzelfde interview: ‘Ik vind dat wij veel meer stil moeten staan bij de vraag: “Is er eigenlijk wel onderzoek nodig”.

Wat ook te denken geeft, is het feit dat het regelmatig voor komt, dat de rechter besluit om een door de werkgever voorgenomen besluit tot ontslag, te vernietigen. Dan doemt toch de vraag op, of het onderzoeksproces dat heeft geleid tot dat het ontslagbesluit, juist en zorgvuldig gelopen is.

Een rechter vormt een oordeel op basis van alle feiten en omstandigheden, die van invloed geweest zouden kunnen zijn op het gedrag van de betrokkenen. Dat is lang niet altijd eenvoudig, doordat feiten en gevoel, alsook de begrippen rechtmatig en rechtvaardig, soms met elkaar om voorrang strijden. En groepen die geen meerderheid vormen, maar wel het hardste schreeuwen en op die manier optreden van de overheid afdwingen, maken dat niet gemakkelijker.

Als platform pleiten wij er voor om VIK-onderzoeken, niet te laten uitvoeren door de afdeling VIK van dezelfde eenheid als waarin de collega die onderwerp van onderzoek is, werkzaam is. In het kader van zuiverheid en objectiviteit, verdient het aanbeveling om dergelijke onderzoeken door de afdeling VIK van een andere eenheid te laten uitvoeren. Om daarnaast uniformiteit te waarborgen zou het nog beter zijn om een landelijke afdeling VIK in te richten, in een vergelijkbare constructie als die van de Blauwe Kamer.

VERANDERING VAN MORES.

De mores in onze maatschappij zijn momenteel, in rap tempo aan het veranderen. Dat is welkom, maar ook hierbij moeten we er voor waken om door te slaan. Wanneer dat wel gebeurt, gaat dat onderhuids irritaties veroorzaken die het vertrouwen schaden, en een negatieve invloed hebben op de saamhorigheid, die zo keihard nodig is in onze organisatie. In een organisatie met bijna 70.000 medewerkers, is het een utopie om te denken dat in decennia ingesleten gewoonten, tot het verleden gaan behoren, in hetzelfde tempo als waarmee nu de mores veranderen.

Het is te gemakkelijk, om je zomaar te ontdoen van een medewerker die gestruikeld is, en het ontslag van die medewerker als het ware te gebruiken als signaal naar de buitenwereld, en daarmee te laten zien ‘dat we zo’n organisatie niet willen zijn’. Dat is in schril contrast met criminelen en zelfs mensen die een TBS-maatregel opgelegd gekregen hebben, waar veel energie in wordt gestoken, om hen weer op het rechte pad en terug in de maatschappij te brengen. Hen wordt een tweede kans gegund.

Gedurende mijn loopbaan heb ik veel verdachten verhoord. Soms voor een eenvoudige diefstal, maar ook voor veel heftiger feiten. Ik probeerde altijd de mens achter de verdachte te zien. Dat viel niet altijd mee, en soms zelfs lukte dat pas na twee dagen verhoor. Daardoor was ik soms, tot verbazing van mijzelf, in staat om daden te begrijpen, uiteraard zonder deze goed te keuren.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het wel eens voor komt dat er kille rapportages opgemaakt worden, zonder dat daarin ook maar één positief punt van de ondervraagde wordt vermeld. Tijdens mijn politiewerk op straat en op het bureau, bezigde ik altijd de stelling ‘In ieder mens schuilt wel iets goeds, je moet er soms wel wat langer naar zoeken’.

En dan bestaat er ook nog zoiets als vergeving. Een begrip dat in onze verhardende en   polariserende maatschappij, steeds verder op de achtergrond dreigt te raken. Slachtoffers die de daders vergeven, wat zij die slachtoffers hebben aangedaan. En dat gaat soms heel ver! In deze tijd van Kerstfeest en bezinning, denk ik dan aan dat Kind dat eeuwen geleden werd geboren, en op latere leeftijd nadat Hij op Zijn linkerwang werd geslagen, Zijn rechterwang naar de ander toekeerde. Voor mij als mens onbegrijpelijk.

En toch, bestaan er ook nu nog mensen die ondanks wat hen werd aangedaan, vergevingsgezind zijn. In dat kader denk ik aan onze collega Gert Jan de Jonge, van de eenheid Rotterdam, die op verzoek van de meldkamer bestuurders van een trouwstoet aansprak, naar aanleiding van gevaarlijk rijgedrag zoals grove snelheidsovertredingen, hinderlijk claxonneren, en het blokkeren van wegen.

Vanuit het niets werd Gert Jan van achteren aangevallen, en maakte een vernietigende klap van één van de bruiloftsgasten, tegen het achterhoofd van Gert Jan, die als gevolg daarvan bewusteloos neerviel, een einde aan zijn veelbelovende carrière bij de politie.

In één van de uitzendingen van ‘Hour of Power’, vertelt Gert Jan in een interview (https://www.youtube.com/watch?v=AIsO0CHQ9XI) wat het voor hem betekende, dat hij zijn geliefde baan moest opgeven, maar ook dat hij de dader had vergeven.
Zeer de moeite waard om eens terug te kijken.

TOT SLOT.

Nog even, en het is Kerstfeest, en de laatste uren van het jaar tikken weg. Voor velen, ook voor mijzelf, een periode van bezinning. Wat heb ik er dit jaar van terechtgebracht?

En ook dit jaar zijn ons weer veel collega’s ontvallen, en zijn er ook collega’s die zelf ziek zijn, of al dan niet onverwacht, afscheid moesten nemen van geliefden. En juist in deze periode, kunnen zij die niet meer onder ons zijn, zo gemist worden, en daarmee toch ook zo nadrukkelijk aanwezig zijn. Diegenen voor wie dit geldt, wens ik veel sterkte in de komende periode.

Er was al niet veel vlees op de botten, en gezien het feit dat de instroom niet synchroon liep en nog steeds niet synchroon loopt met de uitstroom, zal die situatie er niet snel beter op worden. En toch staat er een bijzonder druk jaar te wachten. Op bestuurlijke niveaus is men al aan het kibbelen, dat de politie het niet kan maken om niet aanwezig te zijn bij grote evenementen, die als gevolg daarvan geen doorgang kunnen vinden, en dat “alleen maar” wegens een te organiseren NAVO-top. Overigens allemaal inzetten met collega’s die uit de lokale politiezorg worden gehaald.

Gekibbel tussen mensen, die zelf allemaal met de kerstdagen, jaarwisseling en andere feest- en gedenkdagen, vrij zijn en op vakantie kunnen gaan wanneer zij willen.
Een luxe, die veel dienders en hun thuisfront, het komende jaar is ontzegd. Van hen wordt verwacht dat ze er gewoon zijn op momenten dat “de baas roept”. En zij zúllen er zijn. De politie-organisatie drijft op de loyaliteit van de medewerkers, en de werkgever weet dat!

Collega’s, namens het Platform Bezorgde Dienders en Burgers, wens ik jullie Fijne Kerstdagen, een goede en veilige jaarwisseling, en een voorspoedig, gelukkig en gezond 2025, met allen die jullie lief en dierbaar zijn.

In het verlengde van de uitleg van de korpschef, over de betekenis van het uit het Hebreeuws afkomstige woord lef, eindig ik met een quote van de schrijver Antoine de Saint-Exupéry :

“Alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar”

Wanneer we zo naar elkaar kijken, ook naar degene die ons ‘onheus bejegende’, gaat de wereld er misschien een stukje beter uit zien.

Namens het Platform Bezorgde Dienders en Burgers

Dolf Mauritz.

3 reacties op “Lef om proportioneel te straffen”

  1. met belangstelling en plezier je column gelezen, en wederom een scherpe analyse in verhouding van de feiten en de strafmaat. Het ‘goede’ gesprek verdwijnt helaas steeds meer op de achtergrond. Fijne jaarwisseling.

  2. Prachtig Dolf, nou ja “prachtig”… zeker de manier waarop je mij elke keer weet te raken met je columns. De inhoud zet elke keer weer tot denken aan en dat is soms mooi, soms minder mooi. Maar elke keer de spijker op z’n kop! Dan denk ik “dit moet iedereen eigenlijk lezen, zeker die top bij ons”.
    Voor jou en je naasten en mooi maar vooral gezond 2025 gewenst!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *