Nadat in het begin van de 19e eeuw door Napoleon de eerste centraal aangestuurde politie in ons land werd ingevoerd, werd deze ontwikkeling doorgezet toen Nederland weer onafhankelijk werd.
Tussen dat moment en heden, is er een diversiteit aan vormen van politietoezicht ontstaan. Steden en dorpen hadden daarbij een grote mate van zelfstandigheid. Zij konden vaak naar eigen inzicht zelf bepalen hoeveel geld zij daar voor vrij wilden maken en hoe het werd ingericht.
Door de jaren heen kwam er steeds meer structuur in de samenstelling en bevoegdheden van politiekorpsen, zoals bijvoorbeeld het Korps Marechaussee (ressorterend onder het ministerie van Defensie), Rijkspolitie, Gemeentepolitie, Regiopolitie, tot uiteindelijk het korps Nationale Politie op 1 januari 2013 in werking trad.
Belangrijk aspect daarbij was de uniformiteit in rechtspositie/regelgeving, en ook in uitstraling naar de burger. Mede om dat laatste te bereiken, werd er een politie-uniform ontworpen dat door de gehele Nederlandse politie gedragen wordt.
Om een herkenbare, representatieve, neutrale en gezaghebbende uitstraling te waarborgen, werd er o.a. een gedragscode lifestyle-neutraliteit opgesteld. De hernieuwde versie daarvan, werd door de Minister van Veiligheid en Justitie in april 2021 vastgesteld en van kracht verklaard. In de brief met betrekking tot dat onderwerp, schreef de Minister aan de 2e Kamer onder andere:
“Vanwege de bijzondere positie van de Nederlandse politie dient door politieambtenaren, in contacten met het publiek, in ieder geval afstand te worden genomen van zichtbare uiting(en) van (levens)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging of andere vorm van lifestyle, die afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de politiefunctie”.
Ondanks deze heldere afspraken, wordt er toch van tijd tot tijd steeds weer getornd aan die regels. Iedere keer wanneer de rimpelingen in het water verdwenen zijn, wordt er weer een nieuwe steen in de vijver gegooid. Dat zorgt voor onrust en discussies op de werkvloer.
Wij beseffen dat gezag en vertrouwen, in belangrijke mate ontleend worden aan het handelen van de diender. Wij beseffen ook dat een neutrale uitstraling, onlosmakelijk samenhangt met dat vertrouwen.
Als platform zijn wij dan ook geen voorstander van het dragen van het politie-uniform in combinatie met uitingen zoals een kruisje, een hoofddoekje, een keppeltje, insignes, speldjes, herkenningstekens e.d., noch dat deze uitingen door politieambtenaren in burger, gedurende hun werktijd worden gedragen tijdens contacten met het publiek. Tevens is dat in lijn met de politieke visie, die de scheiding van Kerk en Staat nastreeft.
Het argument dat een dergelijke uiting slechts een “neutraal” lapje stof betreft, is discutabel. We weten allemaal dat de stof van het lapje in de vorm van een Jodenster op zichzelf neutraal was, maar wel degelijk een symbolische waarde vertegenwoordigde. Dat geldt voor al de uitingen, want anders zou het dragen daarvan immers geen meerwaarde hebben.
Bovendien kan het dragen van uitingen ook een averechts effect hebben. In dat kader verwijzen wij naar de sticker in de vorm van een visje (z.g. Ichtus-teken) als herkenningsteken voor christenen. Wanneer de bestuurder van een auto die van zo’n sticker is voorzien, heftig claxonneert en zijn middelvinger naar andere weggebruikers opsteekt wanneer hij geen voorrang krijgt, terwijl hij vindt dat hij daar “recht op heeft”, dan doet dat niet alleen afbreuk aan dat symbool, maar ook aan de groepering die dat symbool als herkenningswaarde heeft.
Ook bij onze organisatie bestaat er behoefte aan diversiteit. De waarde daarvan is bewezen door veel collega’s met een migratie-achtergrond, die al bij onze organisatie werkzaam zijn. In dat verband wordt de roep om als moslima een hoofdoek te mogen dragen tijdens de uitoefening van het politievak ook steeds sterker, met de verwachting dat er zich dan meer vrouwen met een migratie-achtergrond zouden aanmelden.
De neutrale uitstraling bij de uitoefening van ons mooie vak, is echter een groot goed. Een belangrijke en meer dan toegevoegde waarde, die we moeten respecteren en niet lichtvaardig uitruilen tegen welke andere waarden dan ook. Tevens wordt voorkomen dat er precedenten worden geschapen, met het risico dat er in de toekomst een wildgroei aan uitingen ontstaat, van groeperingen die menen ook recht te hebben om uiting te geven aan de principes die zij huldigen.
Wij steunen dan ook het besluit van Minister Yeşilgöz, om het dragen van een hoofddoek door politieambtenaren en BOA’s, in contacten met het publiek niet toe te staan. Er zijn nu eenmaal beroepsgroepen die vlakken hebben waarvoor geldt, dat het zijn van een afspiegeling van de samenleving niet onbegrensd is.
Namens het platform
Dolf Mauritz
Joooooooow,
Wederom geen woord Spaans Dolf!
Groet.
Goed stuk. Hoop dat het gezonde verstand blijft zegevieren bij de meerderheid. Een typisch stokpaardje van het deugvolk